Nationaal Platform E-Health
Een initiatief van vooruitstrevende artsen, specialisten, IT-deskundigen en zorgverzekeraars.

[ Home | Doelstellingen | Publicaties | Actueel Nieuws | Discussie Forum | Colofon | Reacties | Links | Supporters ]

Verslag van het 14-e Symposium Nationaal Platform - Social Media: Is er een grens?!

Rotterdam, 13 maart 2012
Door Jorien Kortenoever

De sprekers zijn: Prof. Dr. Hans M. Becker, Ambassadeur Humanitas.

Bart Brandenburg, arts (www.medicinfo.nl ), huisarts met het tweetconsult.

Anne Marie Hazenberg, (www.newmediabrains.com) The World of the online native.

Mr. Dr. Sjaak Nouwt, beleidsmedewerker Gezondheidsrecht KNMG Artsenfederatie: recent verschenen ‘Handreiking artsen en social media’. www.knmg/nl/social

Ir. Joitske Hulsebosch, auteur, “En nu online…Sociale media voor professionals, organisaties en facilitatoren” www.faciliteeronline.nl en www.joitskehulsebosch.nl

John Knieriem, directeur Intermax Rotterdam, www.intermax.nl, voorzitter

Allereerst worden we welkom geheten door John Knieriem, die de sprekers aankondigt en de discussie leidt.

Hij vertelt, dat het tien jaar geleden was, dat Hans Becker en Robert Mol aandacht wilden besteden aan E-Health en organiseerden bij Humanitas een jaarlijks symposium. Vandaag is het de laatste keer, omdat het gebruik van alle mogelijkheden van de computer t.a.v. E-Health al geïntegreerd is in de samenleving. Ook zijn er al vele mensen, die gebruik maken van Social Media. Twitterconsult met de huisarts is er één van: Hoe gaan we daar mee om en hoe blijft de privacy gewaarborgd?

De heer Becker, die iedereen welkom heet in Akropolis, waar deze symposia gehouden werden en benadrukt nogmaals zijn visie “Use it or Lose it”. Vele mensen hebben dit op de wereld toegepast. Hij is altijd in voor nieuwe ontwikkelingen en als ambassadeur van Humanitas blijft hij geïnteresseerd. N.a.v. zijn lange periode van arbeidzame leven schenkt hij aan alle deelnemers van het symposium een boek, dat onlangs door en voor hem uitgegeven is. De sfeer van zijn visie wordt erg goed weergegeven.

Bart Brandenburg vertelt, dat hij bij Medicinfo in Tilburg en bij de Universiteit van Twente werkt. Daarnaast heeft hij, samen met huisarts Erik Jansen, ook een Twitterconsult bij de huisarts bedacht: @tweetspreekuur.Via social media kunnen meer mensen bereikt worden om bv. ernstig zieke mensen te helpen, of juist de samenwerking tussen artsen en patiënten te bevorderen in het zoeken van genezing of het aangenamer maken van een ziekte. Social media worden door artsen nog weinig gebruikt in het primaire proces van de gezondheidszorg: het leveren van zorg (“to treat”) . Informatie verspreiden en het uitleggen aan patiënten (“to teach”) wordt wel gedaan via internet en ook het gebruik maken van de nascholing (“to learn”) door artsen onderling. (Bron: onderzoek van Brian McGowan)

Samen met een collega is hij vanaf 2009 een Twitterconsult gestart en ontdekte, dat er vraag naar was. Zij hebben veel media aandacht er voor gekregen. Er is een onderzoek gedaan naar het Twitterconsult, dat eigenlijk vergeleken wordt met een huisartsen praktijk. Qua inhoud komen de vragen overeen met de onderwerpen die in een gewone praktijk aan de orde komen. Het aantal verloopt wat wisselend per maand. Een gemiddeld tweetconsult bestaat uit 8 tweets van 140 tekens: 4 voor de vraag en 4 voor het antwoord. Top 3 reden om het tweetspreekuur te raadplegen: advies, geruststelling en triage.

Twitterconsult wordt nog niet vergoed voor de arts. Het nascholingstijdschrift “Bijblijven” van november 2011 (over e-health) bevat een hoofdstuk over het tweetspreekuur, waarin alle onderzoeksresultaten worden beschreven. (zie www.bsl.nl/shop/bijblijven-8-2011-telemedicine-9789031390892.html ).

De presentatie van Bart Brandenburg (en andere presentaties over e-health en over het tweetspreekuur) zijn ook te vinden op de slideshare: www.slideshare.net/bartbrandenburg/presentations

De volgende spreekster is Anne-Marie Hazenberg, die een eigen bedrijf heeft over hoe je met internet en social media omgaat.

In Nederland is 95% van de bevolking online en dat is heel veel. Heel veel mails worden verstuurd, we maken gebruik van whatapps en kijken naar video’s online. De “kruingeneratie” zijn de jongeren, die alleen maar met hun mobiel bezig zijn. Verder geeft Anne Marie aan, dat Google nooit wat vergeet. Je hebt geen grip op wat er met de informatie gebeurt, die je verstuurt. Dat zijn wij niet gewend. Jongeren maakt het niet veel uit. Maak gebruik van de jongeren om het te leren en doe het op jouw tempo om te communiceren binnen social media. Jij bepaalt het wat je ermee doet en wordt er niet gestrest van!!

Als je ergens een account hebt aangemaakt en je wilt deze niet meer, zorg ervoor, dat je deze verwijdert. Anders blijft de informatie ergens achter, waar jij niets mee doet. Als arts kun je wel contact onderhouden bij een groep om informatie achter te laten op facebook, echter is het onprofessioneel om vriend te worden met een patiënt. Ook is het belangrijk om na te kijken, waar je wel/niet vindbaar bent op Google en houdt dat zelf in de gaten, zodat je iets kan wijzigen.

Er wordt nu meer gebruik gemaakt via social media door met meerdere mensen te delen of met een groep iets te delen. Het gaat niet eenrichtingsverkeer op , echter naar meer richtingen en het idee/informatie wordt gedeeld. Dit kan gelden voor een wedstrijd uitschrijven, een filmpje maken, artikelen delen etc.

Het geldt nog steeds: minder wordt meer! Denk goed na, wat je wegstuurt en hoe het overkomt. Ook is de boodschap wederzijds. Een voorbeeld is het filmpje van de blinde mijnheer: de tekst bepaalt wat met hem geeft.

De volgende spreker is: de heer Sjaak Nouwt, van de KNMG, die in het kort iets zegt over de handreiking van social media. Sinds 2007 is er een KNMG Richtlijn online arts- patiënt contact. In november 2011 is daar een aanvulling op gekomen: de handreiking artsen en social media. Deze handreiking is ook als wikiversie op Mijn Zorgnet geplaatst, zodat mensen (artsen/patiënten en anderen) daarop kunnen meeschrijven aan de volgende versie van de handreiking.

Deze handreiking is bedoeld voor artsen – maar ook bruikbaar voor andere beroepsgroepen - en heeft 9 aanbevelingen, zoals:

-Benut de kansen om van social media gebruik te maken! Bv. college op You-Tube, op Facebook een oproep voor 12- jarige meisjes i.v.m. inenting voor baarmoederhalskanker (beter dan met een brief), Twitter spreekuur en patiëntenvoorlichting.

-Zorg dat de informatie van casussen niet met naam bekend en herkenbaar zijn en toestemming vragen aan de patiënt. Voor de patiënt zal het doel van beelden en informatie wel duidelijk moeten zijn, waarvoor de arts het online gebruikt. De regels ,die je offline gebruikt, hanteer je ook voor online.

-Persoonlijke en zakelijke communicatie uit elkaar houden.

-Weest respectvol jegens uw collega’s en patiënten. Indien je er niet aan houdt, kan dat gevolgen hebben, zelfs ontslag. Ook je collega’s erop aanspreken via een persoonlijke e-mail, wanneer zij zich er niet aan houden.

-Hou je aan de algemene gedragsregels op internet, maar ook aan de gedragsregels van je werkgever. Steeds meer ziekenhuizen, bv. het Radboudziekenhuis hebben social media policy opgesteld.

Als laatste spreekster kwam Joitske Hulsebosch om over haar boek “En nu online.. “ te vertellen. Joitske geeft aan, hoe je als professional om kan gaan met alle informatie, die je ontvangt. Laat je niet verzuipen in de informatie, die je tot je krijgt! Zij vergelijkt het met de bibliotheek, waar je goed mee omgaat, omdat je daar ook selecteert, welke boeken je interessant vind of niet. Dit kan ook met Social Media. De e-mails wegwerken is niet inspirerend en helpt je niet om informatie, die je interesseert tot je nemen. Zorg er zelf voor om een grens te stellen aan het pullmedium: in tijd, in hoeveelheid tijd, wie volg je, wat is belangrijk.

Stel zelf een tijdslimiet aan het verwerken van de informatie en gebruik filters om jezelf te beschermen.

Ten eerste is er een menselijk filter. Door zelf een keuze te maken van het volgen van weblog en wie ik wil volgen. Af en toe scan ik mijn mensen die ik volg, zodat ik precies weet welke informatie ik wil ontvangen en welke niet.

Het maken van een aparte Twitterlijst is handig om te zorgen, dat de berichten niet in de grote brei komen.

Twee andere tools zijn handig:

Hootsuite: dit is een dashboard voor social media, zodat het voor je gemanaged wordt. Dit geeft ook in kolommen weer wat je ontvangt.

Tweetdeck is een gratis stukje software om op de desktop je Twitterberichten bij te houden. Erg handig is de mogelijkheid om je volgers in groepen in te delen.

RSS teken is oranje met drie regenboogstrepen van linksboven naar rechtsonder. Dit betekent: real simple syndication . Dit wordt nog niet veel gebruikt; wel erg handig. Je hebt een abonnement op bepaalde onderwerpen en het wordt met RSS geselecteerd, zodat jet het vanzelf ontvangt. Bv. KNMG: deze heeft een RSS-feed: wanneer er iets belangrijks is, ontvang je het via je RSS.

Een goede manier om op de hoogte te blijven is bloggen. Zelf een verhaaltje schrijven en reacties ontvangen. Dat houd je fris en je blijft bij om over het onderwerp na te denken.

Vervolgens was er een forumdiscussie over het gebruik van Twitterconsult, de kosten daarvan, de straling van alle mobieltjes etc., het gebruik van kennis, hoe doet de huidige generatie het, het bewust worden van de economische gevolgen van de markt in Afrika door met elkaar contact te hebben via mobiele telefoons. Het houden van je eigen regie over je leven. Hoe ga je als arts om met de informatie, die de arts dan al weet. Dat is wel een gevaar…hoe verder. De kennis is tegenwoordig al binnen drie jaar verouderd, terwijl het vroeger ongeveer tien jaar was. Het is ook prettig om kennis te kunnen delen. De bereikbaarheid was ook een aandachtspunt met het kostenaspect.

Tenslotte dankt Robert Mol de heer Becker voor zijn jarenlange interesse voor dit onderwerp en de gastvrijheid van Humanitas om dit al die jaren te organiseren. Door een klein kunstvoorwerp te geven als herinnering sluit Robert Mol het Symposium af.

De heer Becker nodigt iedereen uit voor de borrel en de maaltijd en reikt iedereen zijn nieuwe boek “Lekker leven! Het Seniorenrestaurant, ankerpunt van een humanistische zorgfilosofie’ uit.

Onze hartelijke dank voor de inhoud van het boek, hoe de heer Becker de levensfilosofie weergeeft om oud te kunnen worden in deze snelle, digitale wereld.

Geschreven door:
Jorien Kortenoever, Zeist.
Lid van de Commissie Ouderenzorg en Slechthorendheid, NVVS te Houten.
Hoor’es, coach-en adviespraktijk voor mensen met een gehoorverlies.

© 2002, Copyright Ecotel Business Solutions